Artikel

Elmar Noteboom Gemeente Arnhem Artikel 1 Grondwet 1

Artikel 1 Grondwet moet vanaf basisschool onderwezen, vindt Marcouch

21 maart 2023

ARNHEM – Het vernieuwde artikel 1 van de Grondwet prijkt vanaf deze week op de muur van de Arnhemse raadszaal. Vorige maand werd deze officieel. Dat was pas de tweede wijziging in 175 jaar van deze antidiscriminatiewet.

Vanaf nu staan ook ‘handicap en seksuele gerichtheid’ apart benoemd als grond waarop niet mag worden gediscrimineerd. Burgemeester Ahmed Marcouch wil het artikel ook op scholen aan de muur en vindt dat dit al vanaf de basisschool onderwezen moet worden.

Sinds 2010 waren GroenLinks, PvdA en D66 bezig met het doorvoeren van deze wijziging. Die heeft nogal wat voeten in de aarde omdat een grondwetwijziging twee keer door zowel de Tweede Kamer als de Eerste Kamer moet worden goedgekeurd. Ook is er een twee derde meerderheid voor nodig. In 1983 werden in artikel 1 ‘godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras en geslacht’ benoemd als specifieke gronden waarop niet mag worden gediscrimineerd. Daar is nu dus ‘handicap en seksuele gerichtheid’ aan toegevoegd. Daarnaast stelt het artikel dat er niet mag worden gediscrimineerd ‘op welke grond dan ook’.

Het wijzigen van dit grondwetartikel is dus iets bijzonders, ziet Marcouch. “Helaas is het nodig om heel scherp te markeren dat mensen met een seksuele geaardheid of handicap niet gediscrimineerd mogen worden. Het is belangrijk dat we dat juridisch in duidelijke taal hebben opgenomen in artikel 1.”

Belangrijk voor de bewustwording, vindt Marjolein van den Broek, voorzitter van het Arnhems Platform Chronisch Zieken en Gehandicapten. “Maar het moet er ook voor zorgen dat het gewoon niet meer voorkomt.”

‘Dan besta jij niet’
Ondanks dat discriminatie ‘ op welke grond dan ook’ sowieso al niet was toegestaan, is het specifiek benoemen van deze gronden heel belangrijk voor de representatie, legt directeur van InDifferent Elmar Noteboom uit. “Als jij niet wordt genoemd, als er geen naam is voor wie jij bent of wat jouw identiteit is, dan besta jij als het ware niet. Het is heel belangrijk dat er een term is voor hoe jij je kunt identificeren.” Voor mensen uit de lhbtiq+gemeenschap is dit volgens hem dan ook ‘een historische stap’. “Nu worden we genoemd en mag je ons specifiek niet discrimineren op deze gronden.”

Racisme en discriminatie zijn vernietigend, weet Marcouch. “Dat maakt mensen kapot door de manier waarop ze bejegend worden of uitgesloten van meespelen of werken.”

‘Niet klaar voor Marokkaans gezicht’
Zelf put de burgervader uit de nodige persoonlijke ervaring waar het gaat om racisme. Toen hij ruim twintig jaar geleden solliciteerde als woordvoerder bij de politie, kreeg hij als reden voor zijn afwijzing dat ‘Amsterdam nog niet klaar was voor een Marokkaans gezicht’. Nadat hij dat ook nog eens zwart op wit kreeg, trok Marcouch aan de bel. Het advies aan de politie dat volgde, was om er ‘voortaan voor te zorgen dat de reden voor afwijzing niet op papier staat’.

Hoewel hij zelf destijds dus niet werd beschermd door de wet, heeft Marcouch nog wel vertrouwen in de instanties die daarvoor moeten zorgen. “Dat betekent wel dat je ook als burger actief meldingen moet doen. Dat je ook als niet-slachtoffer van discriminatie naast het slachtoffer gaat staan. Toen het mij overkwam, waren er ook mensen om mij heen die zeiden: ‘Ahmed dat moet je niet pikken’.” Zijn melding ‘liep toen in het systeem vast’. Ondertussen is dat veranderd, hoopt Marcouch. “Maar daar is een strijd voor nodig.”

“We moeten onze kinderen leren dat niemand het recht heeft zich superieur te voelen ten opzichte van een ander”
– Burgemeester Ahmed Marcouch

Daarom blijft het belangrijk om ‘elke dag de norm te stellen’, betoogt Marcouch. “In onze opvoeding en ons onderwijs moeten we leren dat discriminatie een kwaad is dat we moeten bestrijden. Dat moeten we meekrijgen. Het is de opvoeding die daarin het verschil maakt. We moeten onze kinderen leren dat niemand het recht heeft zich superieur te voelen ten opzichte van een ander.”
Kinderen onderwijzen in onze Grondwet, grondrechten en de plichten die daarbij horen om op te komen voor elkaars vrijheid en veiligheid, doen we eigenlijk niet, constateert Marcouch. Het antidiscriminatie-artikel zou volgens hem dan ook bij alle scholen op de muur moeten hangen. “Het zou een vast onderdeel moeten zijn van vakken als burgerschap en maatschappijleer. Daar moeten we al mee beginnen in het basisonderwijs.”

Bron: Omroep Gelderland
Door: Huibert Veth
Lees het interview hier